Het innerlijk kind
“Waar je brak, daar wacht nog altijd je sleutel.” -Yindi Anora
De kwetsbare sleutel tot je kracht
Ergens, onder lagen van tijd, overleving en woorden, woont een kind in jou. Niet het kind dat je speelt om aandacht te krijgen. Niet het kind dat je van foto’s herkent. Maar het kind dat ooit wist wat puur was. Wat hongerig keek. Wat niets verborg.
Het is dat kind dat nog fluistert als jij zwijgt. Dat trilt als jij verstart. Dat huilt om wat jij volwassen probeert te begrijpen. Het kind in jou is geen herinnering. Het is een levend veld, een energetisch kloppend weefsel dat zich uit in je lichaam, je dromen, je paniek. In dat plots dichtslaan van je keel. In dat onverklaarbare verdriet op een zomerdag.
Het innerlijk kind is geen therapieterm. Het is de poortwachter van je ziel.
Je lichaam onthoudt meer dan jij je herinnert
Wat ooit te groot was om te voelen, wordt niet vergeten. Het wordt gedragen. Door je spieren, je ademhaling, je darmen, je hart. Het innerlijk kind leeft in je weggestopte reacties, in je vermijding, in je eeuwige streven. In je angst om te verliezen wat je eigenlijk nooit had. Of in je woede die groter is dan de aanleiding.
Als je durft te buigen naar dit kind, zonder oordeel, zonder uitleg, zonder haast, opent zich iets oerouds. Een weten dat niet vanuit je hoofd komt, maar vanuit je trilling. Vanuit het lichaam dat alles nog weet.
Licht op het schaduwkind
Soms is het innerlijk kind niet alleen verdrietig of bang. Soms is het wild. Ongepast. Razend. Schaamtevol. Dan toont het zich als het schaduwkind: de delen van jou die ooit weggestopt moesten worden om liefde, veiligheid of goedkeuring niet te verliezen. Maar in het wegstoppen ben je ook iets essentieels kwijtgeraakt: je rouw, je vuur, je intuïtie, je waarheid.
De weg terug is zelden recht. Maar het kind wacht niet op perfectie. Het wacht op eerlijkheid. Aanwezigheid. Zacht zijn waar het ooit hard moest worden.
Wanneer je het kind in de ogen kijkt...
... zul je merken dat de sleutel tot jouw kracht geen groots gebaar is, maar een kleine beweging. Een adem. Een herinnering die je niet wegduwt. Een beeld dat je toelaat. En soms, een traan die eindelijk mag vallen. Want pas als je het kind in jezelf werkelijk erkent, keert de levensstroom terug naar je kern.
En met die stroom komt jouw echte kracht. Geen kracht die boven anderen uittorent, maar een die zacht en onwrikbaar is. Een kracht die zichzelf kent, omdat ze haar oorsprong kent.