Rituelen in het donker

“Als het licht verdwijnt, leert je adem spreken.”  -Yindi Anora

Heilige handelingen zonder licht

 

Soms moet je het licht doven om te kunnen zien.

Er zijn rituelen die niet bloeien bij zonlicht. Ze ademen het donker in, zuchten in de schaduw, ontvouwen zich tussen dingen die niet uitgesproken hoeven worden. Heilige handelingen zonder franje, zonder toeschouwers, zonder witgeklede altaars. Alleen jij. En dat wat nog niet geheeld is. Dat wat niet wil praten, maar wel gevoeld wil worden.

In het donker hoef je geen masker op te houden. Je zakt in de grond, in je bekken, in je bloed. Je wordt aarde. Je wordt adem. Je wordt herinnering.

Er waren altijd al vrouwen die in stilte werkten. Vrouwen die ’s nachts het water opzochten om te fluisteren tegen hun doden. Die kruiden lieten branden zonder naam. Die botten wasten, stenen raakten, tranen opvingen in hun handpalmen. Hun rituelen hadden geen vorm nodig, alleen aanwezigheid. Niet om te manifesteren, maar om te zijn. Niet om iets te bereiken, maar om iets te eren: het onzegbare.

In het donker zijn gebaren genoeg. De hand op je buik. De trilling in je borst. De adem die blijft, ook als jij dat even niet wilt. Het fluisteren van een naam die je al jaren niet hardop hebt durven zeggen. De aanraking van barnsteen tegen je huid. Het water dat niet stroomt, maar wacht.

Soms is een ritueel niets meer dan blijven zitten terwijl alles in je wil wegrennen. Soms is het het vuur aansteken met tranen nog op je wangen. Soms is het je kleren uittrekken voor de spiegel en eindelijk kijken. Soms is het je handen in de aarde duwen, zonder vraag, zonder doel, alleen om te voelen dat je leeft.

Het donker is geen gebrek aan licht. Het is een ander soort weten. Een ruimte waarin niets hoeft te worden uitgelegd. Waar rouw geen begin of einde heeft. Waar jij opnieuw geboren kunt worden, niet door licht, maar door diepte.

De kracht van rituelen in het donker is niet hun zichtbaarheid, maar hun waarheid. Ze gebeuren niet voor anderen. Ze worden niet gedeeld op altaars van social media. Ze gebeuren in je lichaam, in je stilte, in het stukje ziel dat alleen in duisternis durft te spreken.

Je hoeft niets te kunnen, te doen, te weten. Alleen komen. Met alles wat je bent. Of niet bent.

Het donker zal je niet genezen. Maar het zal je thuishalen.

Een ritueel in het donker

Voor als je niets meer weet, maar alles voelt.

 

Je hebt niet veel nodig.

🌑 Een kaars (liefst zwart, diepblauw, donkerbruin of gewoon wit)
🌑 Een lap stof of doek (om je ogen te bedekken of je altaar af te schermen)
🌑 Een voorwerp dat iets draagt: een steen, een sleutel, een barnsteen, een bot, een ring
🌑 Stilte
🌑 Jij

Zo begin je:

1. Doof alle lichten.
Laat het donker de kamer vullen. Geen muziek. Geen afleiding. Alleen jij en dat wat zich aandient.


2. Zet de kaars neer, maar steek haar nog niet aan.
Ga zitten. Sluit je ogen. Adem diep. Leg je hand op je buik. Fluister je naam. Niet de naam die anderen kennen. Maar degene die uit je diepte komt. Of zwijg. Ook dat is naam.


3. Pak het voorwerp in je hand.
Voel het gewicht. De herinnering. De trilling. Vraag niets. Laat het spreken. Laat het zwijgen. Laat het zijn.


4. Als je voelt dat het moment daar is, steek je de kaars aan.
Niet om te verlichten. Maar om te markeren: dit is een heilige plek. Een grens. Een drempel. Een ruimte waar jij aanwezig bent met alles wat nog geen woorden heeft.


5. Zeg hardop (of fluister):
"Ik zie je. Wat donker was, mag bestaan. Wat ik afwees, mag terugkomen. Wat ik ben, mag leven."


6. Zit. Blijf. Voel.
Haal geen adem om iets te stoppen. Laat het stromen. Laat het breken. Laat het oud zijn. Laat het van jou zijn.


7. Doof de kaars met je vingers, of blaas haar uit met een dankbare uitademing.
Sluit af met je hand op je hart. Zacht. Liefdevol. Wild.

 

En daarna?
Niet praten.
Niet uitleggen.
Niet posten.

Alleen maar zijn.
Je hebt iets geopend. Laat het echoën.