
Tijd is een cirkel
Over leven in ritme, in zachtheid en in het heilige tussenin
Er is een weten dat zich niet laat vangen in een klok.
Het leeft niet op papier, en past niet in een schema.
Het is ouder dan woorden.
Het ademt onder je huid, stroomt door je bloed,
en zingt in de ruimte tussen twee ademhalingen.
Tijd is geen rechte weg.
Tijd is een kring.
Of beter: een spiraal...
een oneindig draaien terug naar de kern van wat je altijd al was.
De ziel beweegt niet lineair.
Zij herinnert. Zij verdiept.
Zij keert terug.
En in elk terugkeren ligt een nieuwe mogelijkheid.
Je hoeft niets te forceren.
Je mag bewegen zoals de aarde doet: met seizoenen, met cycli,
met momenten van wachten, sterven en herbeginnen.
Zonder haast. Zonder oordeel.
Dag en nacht.
Zon en maan.
Eb en vloed.
Lente, zomer, herfst en winter.
Adem in. Adem uit.
Het zijn allemaal kringen, rondes, spiralen, waar jij deel van bent.
Zelfs in je lichaam leeft het ritme:
De ochtend roept je open.
De middag laat je doen.
De avond nodigt uit tot terugkeer.
En de nacht herstelt wat je overdag vergat.
Je cyclus, je stemming, je slaap, je huid...
alles beweegt met de kringloop mee.
En tussen de overgangen door zijn er momenten die buiten tijd lijken te vallen.
Die zachte schemerzones,
waar je niet meer bent wie je was,
maar ook nog niet weet wie je wordt,
dat zijn liminale ruimtes.
Tussen herfst en winter.
Tussen het einde van een liefde en het begin van een ander leven.
Tussen uitademen en weer durven ontvangen.
In die tussenruimte,
vaak oncomfortabel, traag, of stil,
ligt de kiem van beweging.
Daar ontstaat momentum.
Niet door te duwen.
Maar door te wachten, te luisteren, te zijn.
Ook het vrouwelijke lichaam kent die taal:
Bloed dat komt en gaat.
Weken van bloei, weken van bezinning.
En zelfs wie niet meer menstrueert draagt nog steeds
het binnenritme van de maan.
Wie luistert, herkent het.
Een innerlijke lente die lonkt.
Een herfst die vraagt om los te laten.
Een winter waarin je je terugtrekt.
Niet uit zwakte, maar omdat dat het wijste is wat je kunt doen.
Zelfs de adem is een spiegel:
Je ademt in. Je opent. Je ontvangt.
Je ademt uit. Je geeft. Je laat los.
En tussen die twee bewegingen
zit een heilig moment van niets.
Een fractie van tijdloosheid.
Daar, in die stilte, rust je ziel.
En de aarde zelf... zij leeft in adem:
Zaaien.
Verzorgen.
Oogsten.
En rust.
Zij weet: zonder rust geen vruchtbaarheid.
Zonder pauze geen leven.
Wie probeert te oogsten in haar winter,
raakt uitgeput.
Maar wat vraagt het dan, om werkelijk zo te leven?
Wat vraagt het,
om je los te maken van de rechte lijn
en terug te keren naar de kring?
Het vraagt moed
om niets te doen wanneer de wereld schreeuwt om snelheid.
Het vraagt overgave
om stil te zijn wanneer je hoofd roept om actie.
Het vraagt vertrouwen
om te wachten tot momentum zich aandient,
als een golf die vanzelf beweegt
als je durft te rusten in de stroom.
Het vraagt dat je gaat voelen
waar je bent in de kringloop.
Niet waar je denkt te moeten zijn,
maar waar je werkelijk bent.
Ben je in herfst? Laat dan los.
Ben je in lente? Begin dan zacht.
Ben je in nacht? Keer naar binnen.
Ben je in nieuwe maan? Wacht.
En luister.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Een klein ritueel
Trek een denkbeeldige cirkel om je heen.
Ga erin zitten.
Voel je plek in de kringloop.
En zeg zacht:
> “Ik ben geen rechte lijn.
Ik ben een cirkel.
Ik adem met het leven.
En ik rust in wat is.”
Overwegingen voor jezelf
– Waar bevind ik me nu, werkelijk?
– Wat probeer ik te versnellen, terwijl het tijd nodig heeft?
– Welk patroon keert terug — en wat wil het me leren?
– Hoe zou ik leven als ik het ritme van mijn ziel volgde?
Soms helpt het om je eigen ritme terug te voelen.
Soms is een gesprek al genoeg.
En als ik iets voor je kan betekenen,
dan ben ik er.
Reactie plaatsen
Reacties