
ABRACADABRA
(Deel 2 van de serie, 'trilling van taal")
Je kent het vast. Dat woord waar kinderen mee toveren, goochelaars hun trucs mee afmaken, of tekenfilmfiguren de lucht mee laten knallen:
Abracadabra.
Voor velen is het een grapje geworden.
Een soort verbale confetti.
Maar ergens… blijft het woord in de lucht hangen.
Alsof het iets weet.
Iets ouds.
Iets wat zich niet zomaar laat vergeten.
In het Aramees, een van de oudste nog bekende talen, betekent
Avra Kehdabra:
Ik zal scheppen zoals ik spreek.
Niet: ik hoop.
Niet: ik probeer.
Maar: het gebeurt omdat ik het uitspreek.
De trilling van het woord zélf opent, verandert, beweegt.
Spreken als scheppen.
En nee, dat klinkt niet alleen mooi.
Het doet ook werkelijk iets.
Ik herinner me een dag waarop alles stroef liep.
Tijd tekort, energie op.
Mijn haar een vogelnest, mijn hoofd overbelast.
En toen zei iemand tegen me:
“Zeg eens wat liefs tegen jezelf.”
Ik keek haar aan alsof ze me vroeg een cirkelzaag te omhelzen.
Maar toch, terwijl ik verder ging met was vouwen, zei ik halfslachtig, half grommend en half mompelend;
“Ik ben krachtig. Ik ben leuk. Ik ben liefde. Blabla.”
Zeker niet met overtuiging.
Maar ik hoorde het mezelf zeggen…
en ergens, tegen wil en dank, begon ik te lachen.
Die lach...dát was het.
Een scheurtje in het veld. Een verschuiving in trilling.
Ik zei het opnieuw. Dit keer iets minder sacherijnig.
En ik voelde het:
ruimte.
Mijn lijf luisterde.
Geen wierook. Geen altaar.
Alleen ik, mijn woorden, en een mand vol wasgoed.
Dat is abracadabra.
In vroegere tijden werd het woord gedragen als bescherming.
Opgeschreven als afnemende driehoek:
ABRACADABRA
ABRACADABR
ABRACADAB
...
A
Elke letter minder was een last minder.
Een kwaal die oploste.
Een angst die vervaagde.
Een ritme van afname.
Trilling die ontlaadt.
Want woorden dragen kracht.
En jij bént trilling.
Elke zin die je uitspreekt, beweegt door je lichaam heen.
Je bewustzijn luistert.
Je cellen luisteren.
Zeg je vaak: “Ik ben op,”
dan wordt je lichaam moeier.
Zeg je: “Ik ben hier. Ik adem. Ik kies.”
Dan verandert er iets.
Niet omdat je erin gelooft,
maar omdat klank de weg wijst.
Ik werk met toverspreuken.
Niet om iemand in een kikker te veranderen
(hoewel ik het soms zou overwegen).
Maar omdat woorden kracht zijn.
Omdat taal niet versiert,
maar verplaatst.
Een spreuk is niet iets wat je verzint.
Het is iets wat je aanraakt met stem.
Zoals je een snaar beroert.
Zoals je een poort opent.
Zoals je een veld ontwaakt.
Abracadabra.
Avra Kehdabra.
Ik schep terwijl ik spreek.
En dat doe jij ook.
Elke dag.
Elk woord.
Elke trilling.
Wees dus bewust.
Niet netjes. Niet heilig.
Maar waarachtig.
Wat jij zegt… leeft.
Morgen volgt deel 3
Liefs,
Saskia.
Yindi Anora
Reactie plaatsen
Reacties